TRANSISTOR-ONTSTEKING (MOTOR 1,3)
Elektronisch motorontstekingssysteem 1.3 Het is uitgerust met een contactloze ontstekingsverdeler met een magneto-inductieve sensor en een elektronische module.
In de motorruimte bevindt zich een plaatje met de woorden "Leistungsges-teigerte Zundanlage”, die informeert, raak bij draaiende motor geen enkel onderdeel van het ontstekingssysteem aan. Alle mogelijke werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd met de juiste voorzorgsmaatregelen.
Ontstekingsverdeler vervangen
De ontstekingsverdeler wordt rechtstreeks aangedreven door de bovenliggende nokkenas. Voer de volgende stappen uit om het verdeelstuk te vervangen:.
■ Draai de verdelerkap los.
■ De auto laten rollen met ingeschakelde versnelling, breng de zuiger naar het punt van ontsteking. De inkeping op de poelie moet uitgelijnd zijn met de markering op het oliepompdeksel.
■ Draai de dopmoer los.
■ Verwijder de ontstekingsverdeler met zijn dop van het nokkenashuis. Bij het plaatsen van het verdeelstuk moeten de uitlijnmarkeringen overeenkomen, bovendien moet het vingercontact zijn uitgelijnd met de inkeping op de verdelerbehuizing. De bestuurder op de verdeelas, excentrisch gepositioneerd, het moet in de groef in de nokkenas komen. Steek het verdeelstuk in de zitting en draai de dop lichtjes. Plaats de koepel terug en controleer of de ontstekingsdraden goed in de aansluitingen zitten. Stel de ontsteking in en draai dan pas de dopmoer vast.
Voer de volgende stappen uit om het verwijderde verdeelstuk te demonteren:.
■ Schroef de koepel los.
■ Draai de verdelervinger los van de as.
■ Trek de stekker uit de module.
■ Door de twee schroeven los te draaien, verwijder de vacuümregelaar.
■ Schroef de met twee schroeven vastgemaakte elektronische module los. Reinig de verwijderde elementen. De montage van de verdeler gebeurt in omgekeerde volgorde. Het wordt aanbevolen om de plaats op de behuizing onder de module te smeren met siliconenvet, wat zorgt voor een betere warmteafvoer.
Gebruik een ohmmeter om de inductieve sensor te controleren, die is aangesloten om een kortsluiting naar aarde te testen;. De ohmmeter wordt aangesloten op de tweepolige stekker en op de verdelerbehuizing. Creëer een negatieve druk in de regelkamer. De ohmmeter moet oneindigheid aangeven over het hele bereik van vacuümveranderingen, anders moet de ontstekingsverdeler worden vervangen.Controle van de continuïteit van het sensorcircuit, De ohmmeter is aangesloten op de stekker. De meetwaarden van het instrument moeten binnen het bereik liggen 500.. 1500 Oh, anders moet de ontstekingsverdeler worden vervangen.