De batterijen die tegenwoordig worden gebruikt, zijn onderhoudsvrij. Hun controle is daarom beperkt tot het meten van nominale spanning en onder belasting. Spanningsmeting wordt uitgevoerd met een voltmeter na het loskoppelen van de batterij en wachten 2 uur. Voor een volledig opgeladen batterij moet de spanning 12.66 V, een geladen w 50% – 12,30 V. Wanneer u de motor probeert te starten, mag de accuspanning niet lager zijn dan 9,5 V.
■ De oorzaak van het ontladen van de batterij kan zijn::
– losse dynamo V-riem.
– beschadigde dynamo.
– overmatig stroomverbruik na het stoppen van de motor,
– beschadigde batterij (te hoge interne weerstand, om de laadstroom van de dynamo te accepteren).
■ Een beschadigde batterij kan niet worden gerepareerd en moet worden vervangen.
■ Het elektrolytniveau van de afzonderlijke cellen kan worden bijgevuld met gedestilleerd water. Markeringen voor het minimale en maximale elektrolytniveau worden weergegeven op een transparante muur.
■ De accupolen moeten altijd schoon en licht ingevet worden gehouden.
■ Water, die op het deksel zal morsen als de cellen worden gevuld. veeg alsjeblieft af, omdat hierdoor de batterij zichzelf kan ontladen.