Fiat 126 Lichaam

Fiat 126 heeft een bijzondere plaats veroverd in de Poolse auto-industrie. Het is al sinds de helft aanwezig op onze markt 1973 jaar, d.w.z., sinds het begin van de assemblage in de Fabryka Samochodów Małolitrażowych in Bielsko-Biała, Dit model behoort tot het A-segment. Het is veilig om te zeggen, dat hij ons land gemotoriseerde. De productie werd in september afgerond. 2000 jaar.
Op de Italiaanse markt Fiat 126 verscheen in 1972 jaar. Technisch gezien was het een ontwikkeling van Fiat's ontwerp 500 Nuova. Het algemene concept van het achterwielaangedreven voertuig is behouden, introductie van een nieuwe carrosserie en modernisering van de meeste mechanische assemblages. Fiat 126 elx verschilt alleen schijnbaar niet van zijn oudere o 28 broer's jaren.

LICHAAM
Fiat 126 een lichaam gekregen dat moderner is dan 500 Nuova, niet erg afgerond, met duidelijk gemarkeerde randen. Compact silhouet met twee blokken en rustige en harmonieuze kenmerken heeft een tijdloos karakter gekregen, en de moderniteit werd geprobeerd te benadrukken met gebogen zijruiten, rechthoekige koplampen en cassettedeurgrepen. De vorm van de carrosserie en de kleine lengte van het voertuig veroorzaakt, dat de aerodynamische eigenschappen niet de beste waren. De Cx-factor was 0,47, dit was echter van ondergeschikt belang voor een voertuig met een relatief lage topsnelheid en vooral bedoeld voor gebruik in de stad..
Fiat 126 nam de vloerplaat van het model over 500 Nuova met een wielbasis van slechts 1840 mm, waardoor het onmogelijk was om de afmetingen van het interieur aanzienlijk te vergroten. De spoorbreedtes aan de voorzijde zijn echter met 22 mm en achter o 68 mm. Het interieur met Spartaanse apparatuur is ontworpen voor vier personen. Voorstoelen met buisvormig ontwerp hadden alleen longitudinale verstelling. Ze waren bedekt met skaj, net als het instrumentenpaneel. In het instrumentenpaneel zat alleen een snelheidsmeter, brandstofniveau-indicator, kilometerteller en diverse richtingaanwijzers. Warme lucht uit het koelsysteem van de motor werd gebruikt om het interieur te verwarmen, geleverd door een kanaal dat in het centrale deel van de vloer loopt. In het voorste deel van het lichaam was er een kleine stam, waarbij het reservewiel verticaal is geplaatst, in de pauze, net achter de voorste riem. De bagageruimte beperkt door wielkasten en een hoge vloer had een capaciteit van ongeveer 100 dm3. Brandstoftank 0 Capaciteit 23 dm3 anders geplaatst dan in het model 500 – onder de vloer van de linker achterbank, en niet in de kofferbak.

Visited 16 times, 1 visit(s) today